In onze streken leven planten en dieren die hier niet van nature voorkomen. Ze zijn hier niet op eigen kracht geraakt, maar wel door toedoen van de mens, bijvoorbeeld door transport. Dit zijn exoten. De meeste exoten veroorzaken geen problemen omdat ze niet aangepast zijn aan het overleven in onze vrije natuur en richten daardoor geen schade aan.
Maar als een exoot zich wel vestigt én zich explosief voortplant, kan die wel enorme schade veroorzaken. In dat geval spreekt men van een invasieve exoot. Ze verdringen onder meer de lokale planten en dieren en zijn nadelig voor de biodiversiteit. Dit leidt niet enkel tot ecologische en economische schade maar ook tot gezondheidsproblemen en onveilige situaties.
Enkele voorbeelden:
- De reuzenberenklauw kan de huid irriteren.
- De plant Ambrosia kan het hooikoortsseizoen verlengen.
- Woekerende invasieve waterplanten kunnen sluizen doen dichtgroeien en de waterafvoer belemmeren.
Wat kan je doen?
Bestrijden van invasieve exoten is veelal intensief en kostelijk specialistenwerk. Problemen met uitheemse planten en dieren voorkomen is uiteraard veel goedkoper en milieuvriendelijker dan bestrijding:
- Doe je een kamerplant weg, gooi deze dan zeker niet op de composthoop maar geef die in de huisvuilzak mee met de ophaalwagen.
- Heb je berenklauw (zie foto) in de tuin, neem dan gepaste voorzorgsmaatregelen zodat deze zich vanuit uw tuin niet kan uitbreiden in aanpalende tuinen of wegbermen. Bekijk ook de folder onder downloads voor meer informatie.